Elders las ik over zorg over de terugloop van kerkgangers (Carine van der Eerden) en ook over een denktank die gevormd zal worden over de toekomst van de PGA (Cor Dokter). Het zijn zorgen die ik deel en een initiatief dat ik van harte toejuich. In dit schrijven wil ik daaraan positief bijdragen met het boek van Stefan Paas, Vreemdelingen en priesters, christelijke missie in een postchristelijke omgeving, uit 2015. Met zes herdrukken en een zeer hoge waardering van Trouw de moeite waard om te lezen, lijkt me.
Het hart van de kerk is zending, zegt Paas, want als het evangelie Goed Nieuws is, is het dat ook voor mensen uit onze huidige postchristelijke omgeving waarmee we het willen delen. Als dat niet waar is kunnen we de kerk sluiten en ophouden met geloven. Het boek is geen peptalk om door te gaan in barre tijden, maar een nuchter analyse van wat er aan de hand is, met aan afwijzing van allerlei oneigenlijk strategieën om als het ware terrein terug te winnen, én een bijbels perspectief voor de toekomst.
Barre tijden. Ondanks het feit dat Europa door een christelijke cultuur gevormd is, is er altijd een minderheid serieus christen geweest. De meerderheid werd altijd geprobeerd te beschaven (heidense stammen – vanaf 5e eeuw), te reformeren (de Reformatie – vanaf 16e eeuw) of op te wekken (opwekkingsbewegingen – vanaf 18e eeuw). In onze tijd breekt die christelijke cultuur af, spreken we daarom van secularisatie, wordt geloven een vrije individuele keuze, en vallen we terug op die minderheid.
Vreemdelingen. Paas neemt de 1e Petrusbrief als uitgangspunt omdat onze situatie lijkt op die van de christenen aan wie die brief gericht is. Zij zijn als 1e generatie volgelingen van Jezus ‘vreemdelingen’ in eigen land; niemand snapt waarom ze geloven, wat ze geloven en waarom ze andere keuzes maken. Heel herkenbaar in onze tijd waarin christelijk geloof als bizar, niet-relevant en eigenlijk ook irritant ervaren wordt.
Priesters. De Petrusbrief spreekt ook van het gezonden-zijn als priesters in de wereld om je heen. Priesters hebben als rol om het volk bij God te vertegenwoordigen en andersom. Het gaat er dus om om de nood van de wereld in al onze gebeden bij God te brengen, en om God door onze aanwezigheid in de nood van de wereld te brengen. Dit moeten we vooral als gemeenschap doen, als lichaam van Christus zout, licht en zuurdesem zijn en zo tekenen van het geloof, hoop en liefde, het koninkrijk van God laten zien.
Lofprijzing. Het hart van de kerk is de lofprijzing, om de grote daden van God te verkondigen in m.n. de eredienst. Het doel van de kerk is niet om de wereld te veranderen of om steeds groter te worden, maar om terug te kijken (dankbaarheid, vreugde), om je heen te kijken (delen, diversiteit, liefde) en vooruit te kijken (tekenen van vrede en recht).
Trauma. Het proces waarin we zitten lijkt op het trauma van de ballingschap van het volk Israël. Dat is verwarrend, een verlies aan macht en invloed, en een moeten zoeken naar een nieuwe identiteit en spiritualiteit. Maar God gaat mee, de kerk blijft zijn werk!
Ane Mulder