Verschillende thema’s die mij interessant leken lagen al klaar, maar ze zijn overspoeld door dat ene dominante gebeuren dat het nieuws en het denken steeds meer bepaalt: de oorlog tussen Israël en Hamas. Elke keer wanneer erover wordt bericht, voel ik een vreemd verdriet opkomen. Onmachtig maakt het me, wat zich boos en verdrietig uit, haast meer nog dan de gruwelen die Rusland aanricht in bedreigd Oekraïne. Alle nieuws volgen wij thuis op de voet en hopen, vaak tegen beter weten in, op goed nieuws. Het conflict in het Midden-Oosten raakt echter een nog diepere zenuw.

Ik voel vooral de pijn. Daarom wil ik hier niet in uitzichtloze geopolitieke analyses vervallen die per moment weer kunnen veranderen omdat zich nieuwe feiten hebben aangediend. Daar zijn anderen trouwens veel beter in. Ik wil proberen te zeggen waarom het mij zo raakt en dat moet wel een persoonlijk karakter krijgen.

Een paar scharnierpunten:

Het is 1963. Op een gespreksavond in het internaat waar ik destijds verbleef was rabbijn Yehuda Aschkenasy (1924-2011) uitgenodigd. Mijn vrienden en ik zagen al op tegen weer een saaie avond, maar dat pakte anders uit. We hingen aan de lippen van de rabbijn, het gíng ergens over. Geloof was geen kennis, maar vertrouwen in de onnoembare Eeuwige en open naar de toekomst. Aan het eind van de avond bedankte de directeur (een kritisch theoloog) hem en dat eindigde met een spontane omhelzing van de twee mannen die mij diep ontroerde. Hier vonden twee werelden elkaar! Dat mijn ouders in de oorlog aan vele joodse Nederlanders ( of Nederlandse Joden?) veiligheid hebben kunnen bieden, daarover werd thuis niet gesproken, dat is pas later duidelijk geworden. De ontmoeting met Aschkenasy is mede een stimulans geworden om theologie te gaan studeren. Maar in die studie in Leiden kwam naast goed leren exegetiseren en Hebreeuws spellen vreemd genoeg de joodse geloofstraditie nauwelijks aan de orde. Wel begreep ik voor het eerst dat het christendom als een tak van een wilde olijf geënt is op de saprijke stam van Israël (Romeinen 11). En dat we via die stam weet hebben van tien leven brengende woorden en als broeders en zusters zijn gevonden door Jezus van Nazareth. Van de filosoof Jean-Paul Sartre nam ik mee dat je eerst de antisemiet in jezelf moet leren ontmaskeren voordat je iets over anderen zegt. De geschiedenis laat tot beschaming zien dat de christelijke kerken zelf ook een vruchtbare voedingsbodem vormden voor antisemitisch gedachtegoed. Hadden de joden niet Jezus gedood ?
In 1967 mocht ik als student maanden naar Jordanië als assistent-archeoloog bij een opgraving in Bijbelse grond. De Arabische arbeiders daar vertelden me dat zij met hun families waren weggejaagd van hun geboortegrond door joodse Europeanen. Broedervolken? Vlak na onze terugkeer brak de zesdaagse oorlog uit. Nederland stond pal achter Israël. Wat moest ik met mijn ervaring over verdreven Palestijnen? Het werd het eerste en enige echte conflict met mijn vader, die juist zo dankbaar was dat God zijn volk thuisgebracht had in het heilige land. Als dominee leerde ik een heleboel bij dankzij mijn vrouw die begenadigde docenten Judaïca trof bij haar eerste stappen in de theologie, zoals Dodo van Uden en Douwe van der Sluis. Via haar enthousiasme kwam ik als late leerling in het leerhuis van het chassidische jodendom, de schatkamers van de Talmoed, Bijbeluitleg en niet te vergeten de klezmermuziek die vrolijk en melancholisch tegelijk is.. Het heeft mijn geloof verfrist en het preken bezield en liefde voor het Hebreeuws gegenereerd. Jaren was ik betrokken bij provinciale Kerk-en-Israël groepen. We leerden daar wel op het scherp van de snede spreken van de ‘dubbele solidariteit’ met Israël én de Palestijnen, solidair met beide inmiddels haast onverzoenlijke kampen. Een vreemde spagaat.

Spagaat

Dat heb ik nog steeds. Geraakt door het jarenlange onrecht dat de Palestijnen. onder wie veel christenen, als tweederangsburgers in Israel en de bezette gebieden is aangedaan, al gruw ik van de Hamasideologie, de horror van 7 oktober en het mensonterende bewind in Teheran. Tegelijk gruw ik ook van het buitensporig geweld en de vernietigingsdrift van het Israëlische leger, de losgeslagen haat, de wraak, de talloze dode burgers, de honger en de dorst.

Doorleefd jodendom

En tegen dit complex van tegengestelde blokken in waait een zachte koelte van de joodse traditie: de denkers, dichters. Profeten en filosofen. Wat kan je als christen zonder Jonathan Sacks? Martin Buber? Primo Levi, Marga Minco, Franz Rosenzweig, Herschel, Rabbijn Soetendorp , Tamara Benina, Amos Oz, Carl Friedman, Eli Wiesel en zovelen meer.
Als ik de beelden zie van vernietigende tanks, schrikogen van kleine kinderen, puinhopen waar eens mensen woonden, moeders bij hun schamele vuurtjes, massagraven en onverzoenlijke taal hoor van politici, dan wil ik toch blijven hopen omdat er ook een ander Israël is, een Ander Joods Geluid.

Ferdinand van Melle

Pay off Protestantse Kerk 2019 RGB links