Over bijzondere plantennamen, ‘hoog’ bezoek en het eerste Open Tuinen Weekend van 2023.
Als ik dit schrijf, is het inmiddels half mei en we hebben al van een paar heerlijke zonnige dagen kunnen genieten. Dat is ook te zien in de tuin. De bloei van de tulpen is zo goed als voorbij en dit wordt nu overgenomen door de veel kleurige akeleien, de Cammassia’s (of ook wel prairielelie genoemd), [foto] de prachtige licht paars/roze bloemetjes van de schijnaugurk (Akebia) over de rozenboog bij de ingang van de tuin, de bloeiende judasboom en nog vele andere bomen, planten en bloemen.
De kleuren spatten ervanaf en je weet eigenlijk niet waar je eerst of laatst moet kijken. Alles wordt omzoomd met die heerlijke zachte waas van het ontluikende groen van de bomen en uit de grond schietende vaste planten. Vogels zingen weer dat het een lieve lust is en zijn druk met het voeden van hun jongen en bij het insectenhotel zijn wilde bijen actief. Af en toe hoor je de kenmerkende roep van de groene specht die in de buurt van de vijver bivakkeert en de eerste vlinders zijn gespot. Daarbij is het opvallend dat er nog maar zo weinig witjes zijn. Lees hier meer over op de website van de Vlinderstichting: https://www.vlinderstichting.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/waar-blijven-de-witjes
Op 22 en 23 april hielden we het eerste Open Tuinen Weekend en dat was best even spannend omdat we zélf vonden dat we te kort hadden kunnen doen in de tuin. De reacties van de bezoekers waren daarentegen weer positief en leuk en mooi om te horen dat steeds meer mensen zich gaan verdiepen in ecologisch en biologisch tuinieren. Zaterdag was het wat minder druk, maar extra leuk dat collega’s van de Groene Route, die dit jaar door omstandigheden hun tuin gesloten hielden voor bezoek, bij de Vredestuin op de koffie kwamen. Het feest van het weerzien! De regen die al de hele dag voorspeld was kwam pas om 15.30 uur, dus konden we vroeg inpakken. Zondag kwamen toch behoorlijk wat mensen naar de tuin, via de Groene Route of van horen zeggen of door familie meegenomen die al eerder in de tuin waren geweest. Ook toen kwam de regen pas later op de dag en zoals een bezoekster zei: ‘dat is niet erg, want die regen is ook goed voor de tuin’!
Een van de planten die opvalt in de tuin is de mooie rode dovenetel (Lamium orvala).[foto]
Ze staat in de binnentuin bij zaal 2, bij de containeropstelplaats en ook aan de voorkant van de kerk bij het fietsenplein. De prachtige roze/paarse bloemen zijn zo mooi gevormd. Het is een sterke vaste plant, die niet woekert en het goed doet op schaduwrijke plaatsen. Een andere plant met een wel heel bijzondere naam staat (nog) niet in de tuin, maar zullen we op korte termijn er wél inzetten. Het is een knolgewas wat we vorig jaar van een betrokken gemeentelid ontvingen. We hebben er goed opgepast en op ons eigen dakterras vertroeteld om te voorkomen dat hij/zij de winter niet zou overleven. Het is een plant uit de aronskelkfamilie en draagt de mooie naam Arisaema. [foto] De Nederlandse naam is wel heel apart: ‘jan-op-de-preekstoel’ of ‘cobraplant’ en inderdaad als de bladeren en de bijzondere kelk zich helemaal ontvouwen hebben lijkt het of je naar een preekgestoelte kijkt uit vroeger jaren, met zo’n dakje er boven of een cobraslang die uit z’n mandje komt. Héél bijzonder!
Ach en zo tussendoor als we even in tuin zijn, hebben we vaak van die mooie ontmoetingen met allerlei mensen die iets met je willen delen of wat willen vragen. Zo ook die jonge moeder met twee kleine kindjes, die de tuin nog maar sinds kort ontdekt had en bij de Evangelische kerk in Amsterdam was aangesloten. Er ontstond spontaan een gesprek over haar vraag hoe zij als jonge moeder, met twee kinderen en een baan haar geloof in praktijk kon brengen. ‘Ik ben een doener’ zei ze. Het werken in de tuin sprak haar aan en we spraken over het rentmeesterschap over de natuur, de mens en de aarde in z’n algemeenheid. Een mooi gesprek en mooie afsluiting van een tuinmiddag.
Ditta Voetberg