Wat hebben we toch een bijzonder tuinjaar. Klaagden we aan het eind van juni nog over de vele regen en de grote hoeveelheid slakken, de afgelopen weken moest er weer gesproeid worden vanwege de droogte en de hitte. Van het ene uiterste in het andere. Dat is een hele uitdaging voor de bomen, bloemen en planten. Dan ook nog die steeds terugkerende snoeiharde zuidwestenwind die de bladeren geselt, takken en stengels doet breken en je hebt alle ingrediënten bij elkaar om er een moeilijk tuinjaar van te maken.
Bij elke Open Tuinen Dag kregen we de verhalen te horen van bezoekers die in hun eigen tuin de moed een beetje begonnen te verliezen. Eerlijk gezegd hebben wij dat soort momenten ook wel eens eventjes gehad.

Mooi is het dan als je onverwachts bezoek in de tuin krijgt van een paar mensen van de Franciscaner Broederschaps Gemeente uit de andere kant van Nederland. Zij wilden inspiratie op doen in de Vredestuin omdat zij bij hun kerk/klooster ook graag een vergelijkbare tuin wilden inrichten. Het werd een prettig en inspirerend gesprek en aan het eind kregen we de boodschap mee dat we vooral moed moesten houden en vooral dóór moesten gaan. Door hun enthousiasme werden we weer gevoed.
Ondertussen hebben de buren in het nieuw gebouwde appartementencomplex naast de kerk een uitnodiging ontvangen voor de Open Tuinen Dagen en om een bakje koffie/thee te komen drinken in de tuin. Verschillende mensen hebben hier gehoor aan gegeven.
Ondertussen hebben we ook de Nationale Tuinvlindertelling weer gehad. De verwachting was al niet zo rooskleurig en inderdaad zagen we in dat weekend maar heel weinig vlinders in de tuin, ondanks het zonnige weer. Het is misschien wel een te koud en nat voorjaar geweest.

Er is waarschijnlijk weer een nieuwe mol in de tuin. We zagen een overleden exemplaar achter de kerk op het houtsnipperpad liggen en een nieuwe mol is blijkbaar zijn territorium aan het verkennen en graaft dus nieuwe gangen met nieuwe molshopen. Want zo gaat dat in ‘mollenland’: waar de ene mol verdwijnt neemt een ander zijn of haar plaats in. Op een zonnige dag zagen we de nieuwe bewoner zelfs overdag een spurtje trekken over het binnenplein om ergens bij het rooster voor zaal 4 weer onder de grond te kruipen.

De ouders van de jonge stormmeeuw die iets te vroeg uit het nest was gevallen , zijn hun jong trouw blijven voeren totdat hij sterk genoeg was om zélf te vliegen. De meeuwen hadden hun nest boven op de schoorsteen van de hal gemaakt en het kuiken zat vaak op het pad naar de haldeur en werd daar verschillende keren per dag gevoed door zijn ouders. Bij gevaar werd er luid gekrijst en dan verschanste het beestje zich onder de struikjes bij zaal 4.
In het begin was er nog vaak paniek bij de ouders en het kuiken als ze ons op het binnenplein zagen. Later was er blijkbaar vertrouwen dat we geen kwaad in de zin hadden en het kuiken met rust lieten. Er bestond wél een donkerbruin vermoeden dat het kleine meeuwtje religieus was opgevoed, want zodra de deur van de hal openstond wilde het beestje naar binnen, de kerk in. We hebben hem/haar zelfs éénmaal ter hoogte van de keuken met zachte dwang weer naar buiten begeleid.

De laatste tijd zien wij regelmatig bezoekers/wijkbewoners in de tuin die ons vertellen dat zij er zo graag komen om rust te vinden. De tuin brengt hun drukke hoofd tot rust en alle gedachten en overpeinzingen mogen er gewoon zijn. Sommigen lopen daarbij hun rondes door het labyrint, anderen verkiezen een bankje of stoel in de tuin. Mooi dat dat kan!

Deze tijd van het jaar is het qua vogels wat stil in de tuin omdat de meesten in de rui zijn. Straks zullen ze weer van zich laten horen.

In de tuin hebben we de rondingen van het witte en roze vak wat verder doorgetrokken, zodat er een soort van tuinkamers ontstaan. Je kunt dan niet meer in één keer de hele tuin overzien en dat maakt dat er spannende hoekjes ontstaan. Op naar de volgende klus!

Ditta Voetberg

Pay off Protestantse Kerk 2019 RGB links